Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want indien wij onszelven [81]oordeelden, zo zouden wij niet [82]geoordeeld worden. 81. Of, onderscheiden; dat is, na een goede en ernstige beproeving van onszelven, recht oordeelden hoe het met ons gesteld is, of wij waardiglijk aan de tafel des Heeren mogen gaan of niet; en zo wij ons bevinden onwaardig, dat wij ons onthouden van die heilige spijs, totdat wij ons leven zullen gebeterd hebben. 82. Dat is, gestraft of gekastijd van den Heere met zodanige plagen, als tevoren verhaald zijn vs.30.